Wat is jouw opvoedstijl?

Kinderen zijn best leuk en aardig, maar ze veranderden ons af en toe in een kopie van hun ouders. En da’s best even raar om mee te maken. Het is confronterend, maar de opvoedstijl die je thuis hebt meegekregen, blijkt toch vaak onder de oppervlakte te borrelen. Dat hoeft natuurlijk niet slecht te zijn, integendeel. Het is alleen zo gek als je opeens je moeder hoort wanneer je zelf wat zegt (of schreeuwt).

Vier opvoedstijlen
In JONGleren (handboek bij The Parenting Course) staat in hoofdstuk 9 een mooi overzicht van de vier verschillende opvoedstijlen:

  • Autoritair – Dit zijn de ‘regeldenkers’, ouders die vaak bazig en onbuigzaam zijn. Het kan leiden tot een gehoorzaam kind, maar angst en behoefte aan goedkeuring van het kind zijn ook mogelijke effecten.
  • Toegeeflijk – Warme ouders die (bijna) nooit streng zijn. Toegeeflijkheid en vriendschap naar het kind staan centraal. Deze kinderen worden sneller verwend en hebben vaker moeite met samenwerking.
  • Verwaarlozend – Ouders die zich niet veel bemoeien met hun kinderen en geen aandacht geven. Dit levert kinderen vaak een laag zelfbeeld op. De kans dat de kinderen zelf gedragsproblemen krijgen is groot.
  • Gezaghebbend – Ouders die zowel warm als streng zijn, duidelijke regels stellen maar ook voldoende begrip en warmte tonen. Hun kinderen hebben meer kans om op te groeien tot onafhankelijke, volwassen, zelfverzekerde, vriendelijke en initiatiefrijke mensen.

Waarschijnlijk herken je uit bovenstaand lijstje wel het één en ander van jouw ouders. Het is natuurlijk ook mogelijk dat vader de ene stijl had, en moeder een andere.

Makkelijker gezegd dan gedaan
Het doel is dus om een gezaghebbende ouder te zijn, of in ieder geval niet de verwaarlozende ouder. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Als jij als kind heel toegeeflijke ouders hebt gehad, voel je je nu waarschijnlijk een ultieme boosdoener wanneer je duidelijke regels stelt voor jouw koters. En als je juist heel autoritaire ouders had (hoe erg je dat misschien ook vond), blijkt het in de praktijk toch snel lastig om die stijl helemaal van je af te schudden.

Probeer te bedenken hoe je je kinderen idealiter over tien tot twintig jaar wilt kennen. Zijn ze dan verwend, asociaal, onzeker? Of zijn het volwassenen met een gezond zelfbeeld die onafhankelijk, vriendelijk en sociaal zijn? Praat er ook eens met je eventuele partner over, misschien dat jullie samen tot een goede balans komen.